Jaarrapportage 2018-2019 | September 2019

Resultaten eerste jaar

Het voornaamste doel van het eerste jaar was om een gemeenschappelijk begrip te krijgen van IMVO-risicomanagement en daarmee de leden van de brancheorganisaties aan te moedigen om (verder) vorm te geven aan hun IMVO-risicomanagement.

Nu er gezamenlijk een sterk fundament is gelegd, kan er de komende convenantjaren doelgericht aan een verbeteringsproces worden gewerkt. Het ontwikkelen van de monitoringstool waarmee bedrijven een eerste meting van IMVO-risicomanagement konden uitvoeren, is een van de belangrijkste resultaten. Deze eerste meting wordt in hoofdstuk 3 toegelicht. Hieronder de andere resultaten van de samenwerking. 

  • Nederlandse handreiking voor IMVO-risicomanagement in de voedingsmiddelensector: de handreiking is opgesteld aan de hand van de OESO-FAO Guidance for Responsible Agricultural Supply Chains. Deze handreiking is opgesteld aan de hand van de tien vragen over IMVO-risicomanagement uit bijlage 1 van het convenant.
  • Concreet stappenplan: De FNLI heeft de handreiking omgezet naar een concreet stappenplan voor haar leden om IMVO-risicomanagement uit te voeren. Om implementatie te bevorderen, heeft de FNLI workshops georganiseerd met vijf brancheverenigingen: de Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie, de Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Bakkerijgrondstoffen, de Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging, Koffie & Thee Nederland en de Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij. Hierdoor hebben 57 lid-bedrijven een workshop IMVO-risicomanagement gevolgd. De FNLI blijft deze workshops organiseren voor brancheverenigingen om het stappenplan uit te leggen en bedrijven op individuele basis te helpen met de eerste stappen naar implementatie.
  • Risicoanalyse en grondstoffensessies: De FNLI heeft in samenwerking met de andere convenantspartijen en ngo’s 14 grondstoffen geïdentificeerd waarvoor een gezamenlijke aanpak op brancheniveau en met de convenantspartners meerwaarde kan hebben. Dit zijn grondstoffen die veel gebruikt worden door de leden van de FNLI en die verhoogde risico’s op de tien IMVO-thema’s met zich meebrengen. De aftrap is gegeven met de eerste verkennende grondstoffensessie voor palm-, soja-, en kokosolie, in samenwerking met ketenorganisatie MVO, met ngo’s en met de andere convenantspartijen. Het komende jaar bouwt FNLI hierop voort.
  • Werkgroep Leefbaar loon: in deze werkgroep zitten de overheid, ngo’s, vakbonden en CBL samen aan tafel. Een van de eerste projecten die uit deze werkgroep is voortgekomen, is een project in de bananensector. Supermarkten zetten zich samen met IDH The Sustainable Trade Initiative in om arbeiders in de bananenketen in productielanden een leefbaar loon te betalen. De geleerde lessen worden gebruikt om de aanpak schaalbaar en repliceerbaar te maken voor andere producten. 
  • Werkgroep Klimaat: deze werkgroep heeft een coördinerende functie bij het opzetten van concrete projecten en het bijeenbrengen van relevante partijen. In het tweede jaar van het convenant richt de werkgroep zich op de nadere uitwerking en financiering van projectvoorstellen op het vlak van verduurzaming van de specerijenketen, een kennisnetwerk voor kennisdeling voor CO2-reductie in de keten en het vergroten van de klimaat-weerbaarheid van boeren in kwetsbare ketens. 
  • Werkgroep Toegang tot Herstel: in deze werkgroep delen ngo’s, vakbonden en brancheorganisaties actief kennis over de mogelijkheden om toegang tot herstel te bevorderen in de voedingsmiddelensector. Uit de eerste verkenningen is gebleken dat dit vooral voor MKB-bedrijven een uitdaging is en dat er behoefte bestaat aan ondersteuning vanuit het convenant. De grotere bedrijven hebben vaak al een klachtenmechanisme voor interne en externe klachten. De werkgroep kijkt of zo’n mechanisme voldoet aan de OESO-Richtlijnen.